• za. jul 27th, 2024

Koranverbrandingen: zin en (vooral) onzin

koran

Een paar dagen geleden stonden twee mannen voor het Zweeds Parlement in Stockholm een Koran in de fik te steken.

Koranverbrandingen: Niet de eerste keer, het ritueel herhaalt zich periodiek in Zweden en Denemarken, waar de grondwettelijke vrijheid van meningsuiting dat ook toelaat. Uiteraard situeren de activisten zich in de extreemrechtse hoek, maar ook christelijke vluchtelingen, op de loop voor IS, willen wel eens een lucifer houden onder het heilig boek van de moslims. Aanstichter is anti-migratie-activist Rasmus Paludan, die met zijn partij Strakke Koers nooit de kiesdrempel haalde en dat compenseert met enige straatanimatie die telkens weer de moslimwereld op zijn kop zet.

In beide landen zitten de regeringen verveeld met het fenomeen: er is de woede van islamitische regimes en de diplomatieke hommeles, de vrees voor represailles, Turkije dat het NAVO-lidmaatschap van Zweden nog kan blokkeren, en aan de andere kant zijn er de grondwettelijke vrijheden die niet in het gedrang mogen komen.

Deze spreidstand stelt zich min of meer in elke democratie, en kan een boeiend debat opleveren. Bij ons doet de mainstream pers er opvallend het zwijgen toe. Des te gretiger pikken wij het thema op. Maar om te beginnen, wat wordt er hier precies verbrand? Een Koran? Dé Koran? Een symbool? Moet het een voodoo-ritueel voorstellen? Even wat gezond verstand er tegenaan gooien.

koran

De Gutenberg-revolutie

Een boek is in wezen een bundel bedrukt papier met een kaft rond. In die hoedanigheid kan het zowel gelezen worden, verbrand, weggegooid, of als toiletpapier dienen. Dat bepaalt de eigenaar die ervoor betaald heeft. Er bestaat niet alleen het recht op vrije mening, er is ook zoiets als het eigendomsrecht, waaruit het vernietigingsrecht volgt. Wie een kilo mosselen koopt en deze wil roosteren tot oneetbare sintels, kan niet van goede smaak verdacht worden, maar kan ook dat recht niet ontzegd worden. Wie tien exemplaren van mijn jongste geesteskind ‘Kakistocratie’ tegelijk wil opstoken, geef ik zelfs graag een fikse korting op de aankoop.

koran

Deze demystificatie van het Boek (met hoofdletter) tot object en koopwaar hebben we aan Johannes Gutenberg (1400-1468) te danken, die de boekdruktechniek met losse letters introduceerde. Door dat procedé evolueerde het kostbaar-unieke handschrift van de middeleeuwen geleidelijk aan tot een massaproduct, uiteindelijk zelfs beschikbaar in pocketvorm. De Bijbel was het eerste boek dat op die manier betrekkelijk goedkoop en in grote hoeveelheden kon vervaardigd worden. Om het geloof te verspreiden, maar ook, jawel, om het als ding te banaliseren.

Immers, deze revolutie betekende tegelijk een ontheiliging van het Heilig Boek: je kon het gerust beschadigen, verliezen, zelfs verbranden, de matrijzen van Gutenberg maakten wel een nieuw exemplaar. Sterker nog: hoe meer Bijbels er uitgelezen geraakten, versleten of verloren gingen, of eventueel zelfs verbrand, des te meer kon men ze herdrukken, wat goed was voor de economie. Het begin van de boekdrukkunst luidde meteen ook het tijdperk van het vroegkapitalisme in.

Boosheid om koranverbranding

Kort lontje

In die zin is het natuurlijk absurd om een drukwerk te verbranden, én al evenzeer om daartegen te protesteren. Dat moslims zich toch druk maken over de pyromane act van Paludan, is een vorm van domheid, vergelijkbaar met iemand die een baksteen naar zijn TV gooit bij slecht nieuws. Geen enkele islamgeestelijke is in staat om te zeggen: ‘ach, het is maar papier, ons geloof kunnen ze niets maken’. Dat is een enorme zwakte, die hen mentaal nog in de middeleeuwen situeert.

Deze vorm van collectieve domheid – waarmee ik graag een link leg naar de Encyclopedie van de Domheid van Matthijs van Boxsel, én diens grote voorbeeld, de Lof der Zotheid van Erasmus – karakteriseert eigenlijk heel het religieuze denken. Nu ja, er wordt niet gedacht, er wordt hoofdzakelijk geïmiteerd. Religie is één grote mimese, een spel van nabootsingen. Terwijl de boekverbrander een eenmansactie uitvoert, zijn de protesten ertegen echte massademonstraties met veel gejoel, en dat in naties zoals Iran en Irak, waar afwijkende meningen sowieso verboden zijn.

Religie als uiting van domheid, en de islam als voorbeeld par excellence? De snelheid waarmee de lont telkens weer afloopt is alleszins grotesk en lachwekkend. Voor het minste zijn ze kwaad en willen ze wraak nemen. Soms nemen actievoerders gewoon een paar vellen papier om te verbranden, of een stationsromannetje, en zeggen dat het de Koran is. Succes verzekerd. Ook de Joden kunnen zich nog druk maken als iemand de Thora verbrandt, zoals onlangs gebeurde. Maar kunt u zich voorstellen dat de paus tot een Heilige Oorlog zou oproepen omdat iemand een Bijbel verbrandt? Het christendom is waarlijk een superieure godsdienst, na het boeddhisme wel te verstaan. Met dank aan Johannes Gutenberg.

’Haatspraak’

Vallen Koranverbrandingen onder het recht op vrije meningsuiting? Natuurlijk wel. Dat het zelf een tamelijk middeleeuwse manier is om iets uit te drukken, is evenzeer waar. Ironie is hier de juiste attitude: papier vat vlam op 451 graden Fahrenheit, het is een calorische kwestie. Tolerantie is belangrijk in deze, net omdat het maar papier is. ‘Symbolisch geweld’, zoals een vlag verbranden (bedrukt textiel), een pop executeren die de vijand voorstelt (papier maché), of diens hoofd als mikpunt gebruiken in een schietkraam,… het is weinig aangenaam voor de betrokkene, doch al deze manifestaties hebben maar zoveel betekenis als wat men er wil aan geven.

Overigens is heel Twitter één groot schietkraam aka brandstapel, waarin het uiten van doodsbedreigingen een vaste sport is geworden. Wat men haatspraak noemt: misschien eerder vervangmiddelen om niét tot fysiek geweld over te gaan. De burgemeester van de gemeente Overijse waar ik woon, een zekere Inge Lenseclaes (N-VA), heeft ooit eens onder groot jolijt van haar aanhang mijn kop weggesneden uit een affiche waarop een lezing van me werd aangekondigd. Subtiel is dat niet, maar het is misschien de reden waarom mijn echte kop nog op mijn schouders staat.

Iemand die de boodschap van Gutenberg ook goed heeft begrepen, en zich overigens van Rasmus Paludan distantieert, is VB-politicus Filip Dewinter. Zijn visie op de zaak: ‘Je moet de Koran niet verbranden, je moet hem lezen. Je moet weten wat de tegenstander zegt en denkt.’ Dat is de nagel op de kop. Met een boek kan je veel doen maar het dient toch vooral om te lezen, beste mensen, ook als je het er helemaal niet mee eens bent. Misschien net dan. Dat de uitgeverij van zijn partij lange tijd werd geweerd door de superdemocraten van de Antwerpse Boekenbeurs, kan vandaag alleen maar binnenpretjes opleveren.

5 gedachten over “Koranverbrandingen: zin en (vooral) onzin”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *