Cultuuroorlogen – Alles is vergankelijk.
Cultuuroorlogen In 1970 maakte George Harrison van de ‘Beatles’ een solo-album met de titel ‘All Things Must Pass’, het jaar waarin de ‘Beatles’ als band ophielden te bestaan, en het viertal ieder een eigen weg ging. Harrison en Lennon waren gefascineerd geraakt door spiritualiteit en ‘alles India’, en ze waren ‘boos’ op de westerse samenleving, maar elk op hun eigen manier. Harrison keerde de blik naar binnen, en ging op zoek naar wat ‘puur’ was in hemzelf, vrij van hypocrisie.
‘What is Life?’ Lennon versmolt, aan de hand van zijn Yoko, met een wereldser, activistische levenshouding, en werd het ‘gezicht’ van de protestbeweging tegen de oorlog in Vietnam, waarbij hij ons opriep om tenminste te proberen om ons een vreedzamer wereld zonder grenzen voor te stellen. Beiden zijn niet meer in leven. George overleed aan kanker, John werd vermoord. En het ‘Establishment’ heeft er geen traan om gelaten.
Wat we nog overhielden aan die inspirerende tijd, is Joost Klein en ‘Europapa’, en andere muzikale cultuuruitingen die tot op grote hoogte worden gemanipuleerd door de ‘Industrie’. Gemanicuurde recalcitrantie van nihilistische ‘Bands’ en ‘Performers’ met een geprogrammeerde ‘houdbaarheidsdatum’ en ‘gelikt geluid’, zelfs waar het ‘Punk’ betrof.
Voor de geboorte van de ‘popmuziek’ als een ‘boodschapper’ was er al wel de ‘Jazz’, en er zijn altijd wel ‘stijlen’ geweest die door het ‘Establishment’ als ‘aanstootgevend’ werden weggezet, maar vanaf eind jaren zeventig kreeg de CIA oog voor de macht van de ‘entertainment-industrie’, die daarna nooit meer hetzelfde zou zijn. Het betrof niet alleen de muziek, maar ook, en misschien nog wel geprononceerder, de ‘filmindustrie’. En ‘Kunst’.
Waar het einde van een succesvolle ‘Band’, of een tegenvallend ‘Album’ van een ‘Popster’, of een ‘Geflopte’ film eind jaren zestig en zeventig nog voor hoofdpijn zorgde bij de uitgevers, werd een geprogrammeerde ‘houdbaarheidsdatum’ daarna eerder de norm, waar de industrie liever zelf de lijnen uitzette, samen met gespecialiseerde overheidsdiensten bedreven in het ‘nudgen’ van het sentiment van de bevolking, dan dat ze zich uit koers lieten brengen door eigenwijze ‘Sterren’.
De industrie had wel ‘Iconen’ nodig, die een beschermde status hadden en langere tijd meegingen, maar als ze ergens eigenwijs worden, en denken hun eigen inbreng wel open en eerlijk voor het voetlicht te mogen brengen worden ze zonder scrupules publiekelijk geslacht op het ‘Social Shaming‘ altaar.
De propagandistische waarde van muziek en films, en ‘Kunst’, was uiteraard al heel lang bekend, en regimes maakten volop gebruik van populaire artiesten in oorlogstijd. ‘We’ll meet again’ van Vera Lynn tijdens de oorlog was ongetwijfeld effectiever om de soldaten te motiveren dan ‘marsmuziek’. Maar door de kater van ‘Vietnam’ kreeg het ‘Establishment’, de leiders van de ‘Warparty’, oog voor de ‘Entertainment Industrie’ als een ‘hybride’ wapen in een tijd waarin er (nog) niet geschoten werd. ‘Nikita’ van Elton John, en ‘Winds of Change’ van de Scorpions zijn goede nummers, maar de politieke boodschap die erin verpakt is beviel het ‘Establishment’ wel.
En dat helpt de ‘Performer’, terwijl een ‘Performer’ die een nummer uitbrengt waar het ‘Establishment’ niet blij van wordt ook best een grote hit zou kunnen zijn, maar simpelweg niet ten gehore wordt gebracht. Ik hintte daar al op waar Robbie Williams van een ‘Grote Ster’ ineens in de vergetelheid raakte door zijn keuze om de wereldkampioenschappen voetbal in Rusland op te luisteren. En het wemelt van de symbiotische relaties tussen ‘Bands’ en ‘Acteurs’ enerzijds, en het ‘Establishment’ anderzijds. De onsmakelijke vertoning rond Taylor Swift, en de vraag of ze voor Biden of Trump kiest, is tenenkrommend.
Mijn eigen eclectische smaak, op het gebied van muziek, film en Kunst is in zekere zin mijn redding. Ik vind een ‘nummer’, een film, of een Kunstwerk de moeite waard, of niet, en bekommer mij niet om de bedoeling van de ‘Band’, ‘Performer’, regisseur, producent, acteur, schilder of beeldhouwer, en of iemand ‘Goed’ of ‘Fout’ was in ‘de Oorlog’. Ik begrijp zelfs niet hoe iemand langs die weg te beïnvloeden is, afgezien van ‘gesublimeerde boodschappen’ die ons te grazen nemen langs een sluiproute.
Ik krijg ‘kippenvel’ bij het horen van ‘Yerushalayim shel Zahav’, en dito als Polina Gagarina ‘Kukushka’ zingt, en niet door ‘gesublimeerde boodschappen’. Het zal mij totaal ‘worst’ zijn of ik daar wel of niet naar ‘mag’ luisteren. Door mijn reizen kan ik de muziek ook vaak ‘plaatsen’, en heb ik ‘associaties’ die de muziek zelf nog verrijken. Jerusalem, of Moskou, zijn adembenemende steden, met ‘tijdloze’ gebouwen, Kunst en een eigen ‘Vibe’.
Met mensen die daar ‘horen’. Vergankelijk, in het bijzonder als nihilisten er een bom op gooien, de boel opblazen, uit blinde haat, of om hun eigen schamele passies de boventoon te laten spelen, waarbij coëxistentie geen optie is, kennelijk.
Vorige week stond ik in een schitterende kapel uit de vijftiende eeuw, met daarin een prachtige kast met kunstig houtsnijwerk, waar vandalen uit de tijd van de ‘revolutie’ in Frankrijk de gezichten van de beelden hadden afgesneden, zoals we elders in Europa tijdens de ‘Beeldenstorm’ schitterende kunstwerken kwijt zijn geraakt, waarvan we nog slechts beschrijvingen en afbeeldingen hebben. Er is een stroming in elke generatie die gedreven wordt door een verlangen de vergankelijkheid van het leven een handje te helpen door bloedbaden aan te richten, en onvervangbare Kunst en gebouwen te vernietigen.
Ze zijn er voor zichzelf volkomen zeker van dat ze daarmee de mensheid vooruit helpen, op weg naar een betere toekomst. Mensen die hun opdringerigheid, hun expansiedrift, niet kunnen beteugelen, en onder geen beding willen praten over enig compromis, of een blijvende vrede, omdat de wereld pas volmaakt is als de ‘vijand’ het veld heeft geruimd, en iedereen ‘Europapa’ meezingt. Als die vijand weerbarstiger blijkt dan gedacht, dan maar zijn ‘Symbolen’ bestoken met raketten, als de prelude tot de vernietiging van zijn cultuur, aan de hand van een ‘Veiligheidsdienst’. Maar noem het geen ‘Bevrijding’, want het is de expressie van pure intellectuele armoede, stupiditeit en slaafse onderwerping.
PS: Excuses op voorhand aan Joost Klein, en eenieder die helemaal blij wordt van zijn ‘tijdloze’ inzending voor het ‘Eurovisie Songfestival’, met grote voorsprong het meest door de politiek verziekte spektakel dat van de ‘programmering’ aan elkaar hangt. Maar als iemand helemaal blij wordt van dat nummer, en in Joost Klein een herrezen George Harrison meent te ontwaren, met een serieuze boodschap voor onze tijd, dan is het niet aan mij om daar een oordeel over te vellen. ‘Peace’!