Grootste bank VS nam actief deel aan Epstein’s sekshandel

De advocaten van de Amerikaanse Maagdeneilanden hebben een Amerikaanse rechtbank duidelijk gemaakt dat ze van plan zijn om in een proces dat gepland staat voor oktober aan te tonen dat de grootste bank van het land, JPMorgan Chase, niet alleen de sekshandel van minderjarige meisjes door Jeffrey Epstein heeft gefaciliteerd, maar dat de bank “van 2006 tot 2019 actief heeft deelgenomen aan Epsteins onderneming op het gebied van sekshandel”.

Epstein De procureur-generaal van de Amerikaanse Maagdeneilanden, gewapend met zeer effectief juridisch talent van het advocatenkantoor MotleyRice, heeft nieuwe documenten ingediend in zijn federale rechtszaak tegen de grootste bank in de Verenigde Staten, JPMorgan Chase. De nieuwe documenten zijn inderdaad adembenemend.

De advocaten van de Amerikaanse Maagdeneilanden hebben de rechtbank duidelijk gemaakt dat ze van plan zijn om in een proces dat gepland staat voor oktober aan te tonen dat JPMorgan Chase niet alleen de sekshandel van minderjarige meisjes door Jeffrey Epstein heeft gefaciliteerd, maar dat de bank “van 2006 tot 2019 actief heeft deelgenomen aan Epsteins onderneming op het gebied van sekshandel.”

Dat is een zeer explosieve bewering. Om te beginnen wordt hier het deksel van een beerput opgetild met bijvoorbeeld de vraag waarom het Amerikaanse publiek niets heeft gehoord van de strafrechtelijke afdeling van het Amerikaanse ministerie van Justitie over een strafzaak tegen de bank wegens het witwassen van geld voor Epstein. De zaak die is aangespannen door de Amerikaanse Maagdeneilanden is een civiele zaak.

De Amerikaanse Maagdeneilanden hebben maandag en dinsdag honderden pagina’s nieuwe gerechtelijke documenten ingediend. De meeste daarvan zijn verzegeld. Een memorandum van wet waarin wordt gepleit voor een gedeeltelijk summier oordeel in de zaak is echter slechts licht geredigeerd en bevat de volgende punten:

“Zelfs als deelname actieve betrokkenheid vereist… is er geen twijfel dat JPMorgan actief heeft deelgenomen aan Epsteins onderneming voor sekshandel van 2006 tot 2019. De rechtbank vond beschuldigingen dat de bank Epstein toestond zijn rekeningen te gebruiken om tientallen betalingen te sturen naar toen bekende mede-samenzweerders – [geredigeerd] verstrekten buitensporige en ongebruikelijke hoeveelheden contant geld aan Epstein; en gestructureerde geldopnames zodat die opnames niet verdacht zouden lijken ‘gingen veel verder dan alleen het verlenen van hun gebruikelijke [bank]diensten aan Jeffrey Epstein en zijn gelieerde entiteiten’ en waren voldoende om actieve betrokkenheid te beweren.“

De Amerikaanse Maagdeneilanden hebben de rechtbank eerder op de hoogte gebracht van de ondoorgrondelijke bedragen aan contant geld die Epstein kon opnemen van de rekeningen die hij bij JPMorgan Chase aanhield zonder dat de bank de wettelijk verplichte Suspicious Activity Reports (SAR’s) indiende bij wetshandhavers. In de nieuwe aanvraag is de gigantische stapel contant geld bij elkaar opgeteld en wordt het als volgt beschreven:

“Tussen september 2003 en november 2013, of ongeveer tien jaar, behandelde JPMorgan meer dan $ 5 miljoen aan uitgaande contante transacties voor Epstein – waarbij het zijn eigen beleid negeerde om grote geldopnames te ontmoedigen….”

De advocaten van de Amerikaanse Maagdeneilanden citeren uit interne e-mails van JPMorgan Chase waaruit blijkt dat medewerkers van de bank op de hoogte waren van Epstein’s “[contante] opnames … gedaan in bedragen van $ 40.000 tot $ 80.000, meerdere keren per maand”, terwijl ze zich er ook van bewust waren dat Epstein zijn minderjarige slachtoffers van seksueel geweld in contanten betaalde.

De actieve deelname van JPMorgan Chase aan de Epstein-sekshandel werd ook beweerd in een afzonderlijke class action-rechtszaak tegen JPMorgan Chase, aangespannen door advocaten David Boies en Bradley Edwards namens de slachtoffers van Epstein. Tijdens een rechtszitting van 13 maart in de zaak voerde Boies in een openbare rechtszitting aan dat JPMorgan Chase een privéjet had gebruikt dat eigendom was van het hedgefonds van de bank, Highbridge Capital, om meisjes te vervoeren voor de sekshandeloperatie van Epstein. Een gewijzigde klacht van 13 januari 2023, ingediend door het advocatenkantoor van Boies, bevatte de volgende details over die claim:

“Als een ander voorbeeld van het voordeel van JP Morgan en [Jes] Staley van het assisteren van Epstein, was een zeer winstgevende deal voor JP Morgan de overname van Highbridge.”

“In 2004, toen de operatie voor sekshandel en -misbruik van Epstein op volle toeren draaide, verzorgde Epstein opnieuw een grote financiële betaaldag voor JP Morgan.”
“Epstein was goede vrienden met Glenn Dubin, de miljardair die Highbridge Capital Management leidde.”

“Er is gemeld dat Staley via de connectie van Epstein ervoor heeft gezorgd dat JP Morgan een meerderheidsbelang in het fonds van Dubin kon kopen, wat resulteerde in een aanzienlijke winst voor JP Morgan. Deze regeling was winstgevend voor zowel Staley als JPMorgan, wat JP Morgan verder stimuleerde om de verdachte activiteiten op de rekeningen van Epstein te negéren en te helpen bij zijn onderneming in sekshandel.”

“Ondanks dat Epstein bijvoorbeeld niet FINRA-gecertificeerd was, ontving Epstein meer dan $15 miljoen voor zijn rol in de Highbridge/JP Morgan-deal.”
“Bovendien vervoerde Highbridge, een volledige dochteronderneming van JP Morgan, nog in 2012 jonge vrouwen en meisjes met haar eigen privéjet van Florida naar Epstein in New York.”

Nu de strafrechtelijke afdeling van het Amerikaanse ministerie van Justitie met deze zaak opgezadeld zit, en de Boies/Edwards-rechtszaak namens de slachtoffers nu voor $ 290 miljoen is beslecht door JPMorgan Chase – waarbij de advocaten van de slachtoffers $ 87 miljoen aan juridische kosten en $ 2,5 miljoen krijgen terwijl slachtoffers niets anders krijgen dan een verplichting om hun claims los te laten – is er geen garantie dat het grote publiek ooit de harde feiten te horen krijgt over sekshandel met een zakenvliegtuig dat eigendom is van de grootste bank van de Verenigde Staten.

Het wordt dus van cruciaal belang dat de Amerikaanse Maagdeneilanden hun zaak daadwerkelijk voor de rechter brengen in een openbare rechtszaal en niet akkoord gaan met een andere goedkope rechtszaak door een stapel besmet geld van JPMorgan Chase te accepteren.

Als de Amerikaanse Maagdeneilanden hun belofte om het algemeen belang te dienen, willen nakomen, moeten hun honderden verzegelde documenten tijdens het proces worden geopend in plaats van te dienen als een stimulans bij de rechtbank zodat JPMorgan Chase financieel over de brug komt om de documenten verzegeld te houden.

In hun laatste documenten merken de Amerikaanse Maagdeneilanden ook op dat JPMorgan Chase niet alleen de rekeningen van Epstein faciliteerde, maar ook “alle meisjes en vrouwen waarvan in 2006 publiekelijk werd beweerd dat ze rekruteerders, medeplichtigen of slachtoffers waren…” en regelmatig geld overmaakte naar deze accounts van Epstein om van iedereen zwijgplicht te kopen.

In het geval van de handlanger van Epstein, Ghislaine Maxwell, die nu een gevangenisstraf van 20 jaar uitzit voor haar rol in de ring van sekshandel, merkt de nieuwe aanvraag op dat JPMorgan Chase “meer dan $ 25 miljoen aan betalingen van Epstein aan Maxwell heeft gedaan….”

Wat had de bank uit al zijn slordige omgang met Epstein te winnen? De Amerikaanse Maagdeneilanden maken een zeer geloofwaardige zaak dat de bank veel winst behaalde – zowel door transacties op de eigen rekeningen van Epstein als door zijn verwijzingen van rijke klanten naar de bank. In het op maandag ingediende Memorandum of Law wordt opgemerkt dat Epstein “meer dan $ 8 miljoen aan inkomsten binnenhaalde bij de Private Bank – de hoogste omzet en bijna het dubbele van het bedrag van de eerstvolgende hoogste klant ….”

Wat betreft de klantverwijzingen die Epstein naar de bank deed, schrijven de Amerikaanse Maagdeneilanden het volgende:

“In 2003 was Epstein verreweg de grootste inkomstenbron van de Private Bank, en de bron van Google-medeoprichter Sergey Brin (‘een van de grootste [relaties] van de Private Bank, van meer dan $4 miljard’), Glenn Dubin (miljardair oprichter van Highbridge), en vele andere ultra-rijke klanten en connecties, waaronder Bill Gates, Leon Black, Larry Summers, de sultan van Dubai, prins Andrew, Ehud Barak, Thomas Pritzker, Lord Peter Mandelson , en premier Netanyahu.”

Onder die verwijzingslijst van klanten hierboven, wordt Leon Black, de mede-oprichter en voormalig CEO van private equity-firma Apollo Global Management, geconfronteerd met een lopende rechtszaak bij de federale rechtbank wegens beschuldigingen dat hij één van de slachtoffers van Epstein gewelddadig heeft verkracht in Epstein’s upper East Side herenhuis in Manhattan toen ze 16 was.

Het vermeende slachtoffer lijdt volgens de rechtszaak aan het mozaïek-downsyndroom. Dit is slechts de laatste in meerdere aanklachten van aanranding die tegen Black zijn ingediend. (Maar nogmaals, de stilte van de strafrechtelijke afdeling van het Amerikaanse ministerie van Justitie is oorverdovend.)

De Amerikaanse verslaggever Matt Goldstein bracht afgelopen vrijdag het verhaal in de New York Times dat Leon Black eerder dit jaar in alle stilte een schikking had getroffen met de Amerikaanse Maagdeneilanden met een betaling van $ 62,5 miljoen.

Een andere rijke, machtige man op Epstein’s klantenverwijzingslijst naar JPMorgan Chase is Prins Andrew, die vorig jaar claims afhandelde van het seksueel misbruiken van Epstein’s seksslavin, Virginia Giuffre, toen ze 17 was en door Epstein aan hem werd uitgeleend. De financiële details werden niet bekendgemaakt. In een BBC-interview in 2022 zei Giuffre dat ze “als een schaal met fruit werd doorgegeven” voor seks met de machtige vrienden van Epstein.

Wij schrijven al jaren over hoe de systemische cultuur van JPMorgan Chase is om de wet te negéren om winst na te jagen. Een treffend voorbeeld werd onderzocht door de permanente subcommissie voor onderzoek van de Amerikaanse senaat.

De subcommissie kreeg interne e-mails van JPMorgan Chase in handen waaruit bleek dat toen een jonge, pas afgestudeerde rechtenstudent zijn cv bij de bank indiende en opschepte over het vinden van een maas in de wet die door de bank kon worden misbruikt om obscene winsten uit de Californische elektriciteitsmaatschappij te halen, een directeur van de bank schreef: “Haal hem alsjeblieft zo snel mogelijk binnen.”

De bank huurde de jonge rekruut in en zette de strategie in werking. De bank kreeg uiteindelijk een boete van $ 410 miljoen en verdere kwijtschelding door de Federal Energy Regulatory Commission (FERC). Tijdens de hoorzitting van de Senaat over de kwestie werd ook onthuld dat terwijl JPMorgan werd onderzocht, het bedrijf doorging met andere manipulatieve elektriciteitsplannen, 11 in totaal.

In het Senaatsrapport werd opgemerkt dat FERC-functionarissen de Subcommissie vertelden “dat in de jaren sinds het Congres FERC verbeterde anti-manipulatiebevoegdheid gaf in de Energy Policy Act van 2005, de CAISO- en MISO-regelgevers nooit eerder getuige waren geweest van de mate van flagrante regelmanipulatie en spelstrategieën die JPMorgan gebruikte.

Het manipuleren van elektriciteitsmarkten zijn natuurlijk een triviale zaak voor een bank die sinds 2014 schuld heeft bekend bij vijf misdaden, waaronder het witwassen van geld voor het grootste Ponzi-plan in de Amerikaanse geschiedenis (Bernie Madoff) en het manipuleren van de markt voor Amerikaanse staatsobligaties – de markt die de Amerikaanse overheid gebruikt om haar rekeningen te betalen.

Gedurende deze ongekende misdaadgolf bij de bank en niet-vervolgingsovereenkomsten en uitgestelde vervolgingsovereenkomsten die royaal aan JPMorgan Chase zijn geschonken door het bizar vergevingsgezinde Amerikaanse ministerie van “Justitie”, heeft de raad van bestuur van de bank Jamie Dimon op zijn stoel laten zitten als zowel voorzitter als CEO.

Nu worden Dimon en specifieke leden van de raad van bestuur ook rechtstreeks aangeklaagd voor hun rol bij het faciliteren van de misdaden van Jeffrey Epstein. De rechtszaak is aangespannen door twee pensioenfondsen namens aandeelhouders. De theorie van de rechtszaak is dat specifieke leden van de raad van bestuur van JPMorgan Chase “hun kop in het zand staken” en negeerden dat de bank een geldkanaal was geworden voor de kindersekshandel van Jeffrey Epstein, omdat ze hoopten dat hun eigen zakelijke banden naar Epstein “onopgemerkt zouden blijven.”

De zaak van het pensioenfonds, de zaak van de Epstein-slachtoffers die vorige maand voor $ 290 miljoen werd geschikt, en de zaak van de Amerikaanse Maagdeneilanden, komen allemaal voor dezelfde rechter, Jed Rakoff, in de Amerikaanse districtsrechtbank voor het zuidelijke district van New York – een districtsrechtbank waar Big Law bekend staat met het sluiten van mooie deals voor de recidivisten van Wall Street.