• za. jul 27th, 2024
rutte kabinet

Met de aankondiging van Ministerpresident Mark Rutte dat hij de politiek gaat verlaten en dus niet beschikbaar is als leider van de VVD bij de komende verkiezingen, wordt een lange regeertermijn afgesloten waarover de meningen scherp verdeeld zijn. Maar: eerst nog maar eens zien of Rutte ook inderdáád de politieke arena verlaat…

Het aantreden van Rutte als leider van de VVD voelde eigenlijk meteen al niet goed. Na de VVD-lijsttrekkersverkiezing werd op 31 mei 2006 bekendgemaakt dat 51,5% van de VVD-leden hem tot lijsttrekker had verkozen; zijn tegenstreefster Rita Verdonk haalde 46 procent. Bij velen deed de uitslag van de lijsttrekkersverkiezing echter de wenkbrauwen fronsen, omdat algemeen werd aangenomen dat de populariteit van Verdonk die van Rutte toch ruimschoots oversteeg.

Rutte nam na zijn verkiezing als partijleider meteen ontslag als staatssecretaris op het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, omdat de taxatie was dat hij als lijsttrekker beter geen deel meer kon uitmaken van het turbulente kabinet Balkenende-lll. De dag daarna werd hij beëdigd als Tweede Kamerlid en weer een dag later werd hij voorzitter van de Tweede Kamerfractie van de VVD.

Wie komt er na Mark Rutte?

Tweede Kamerverkiezingen 2006 en 2010

Het kostte Rutte in 2006 de grootste moeite om zich te profileren als lijsttrekker en zijn leiderschap bij de VVD kwam dan ook sterk onder druk te staan.

Bij de Tweede Kamerverkiezingen in november van dat jaar, leed de VVD een verlies van zes zetels. Rita Verdonk, zijn eerdere opponent bij de lijsttrekkersverkiezingen, wist opmerkelijk genoeg 620.555 voorkeurstemmen te behalen, veel meer dan de 553.200 die Rutte als lijsttrekker kreeg; een absoluut unicum in Nederland. Nadat Verdonk zich daarover in De Telegraaf uitliet, had Rutte de fractie al heimelijk achter zich weten te scharen en zegde prompt het vertrouwen in Verdonk op, e.e.a. uiteraard dan met steun van de fractie.

Wonderlijk genoeg steeg de VVD bij de verkiezingen van 2010 naar 31 zetels en was daarmee plotseling de grootste fractie in het Parlement. Goed beschouwd lag dat niet aan Rutte, maar aan het zwalkende kabinet Balkenende-lV van CDA, PvdA en CU. Om de herinneringen wat aan te scherpen: dat was het kabinet met Ella Vogelaar (PvdA) Aboutaleb (PvdA) en Jack de Vries (CDA).

Dat kabinet sneuvelde over de Uruzgan-missie, destijds een speeltje van GroenLinks en PvdA. De PvdA kabinetsleden stapten direct uit het demissionaire kabinet waarna deze plekken werden opgevuld door CDA- en CU-interimmers. Dat werd uiteraard een rotzooitje van niks en kostte het CDA de opvolgende verkiezingen. Maar het kon nog erger, want Nederland stond aan de vooravond van 13 jaar Rutte als premier.

rutte

Rutte-l en -ll

Nederland werd al snel na het aantreden van Rutte-l in een soort van ‘crisis-coma’ gebracht onder het motto “iedere crisis is een kans en kansen moet je creëren”. De PVV van Wilders – die het kabinet VVD-CDA aanvankelijk steunde – trok het niet meer, na aangekondigde bezuinigingen op o.a. de zorg, en zegde de steun aan het kabinet op.

De klucht die in 2012 volgde tussen VVD en PvdA (“Rutte is te rechts; Samsom is te links”) zorgde voor strategisch stemgedrag wat resulteerde in 41 zetels voor de VVD en 39 voor de PvdA. Vervolgens gingen ‘te links’ en ‘te rechts’ alsnog samen regeren zodat de verdere afbraak gestalte kon krijgen. In die periode ook, kwam de ‘Rutte-doctrine’ in zwang, die eigenlijk niet meer inhield dan “zorg dat alle informatie tijdig is verdwenen en wat niet wordt gevraagd hoef je ook niet prijs te geven”.

Ongeveer één jaar voor zijn dood in januari 2015, belde Prosper Ego mij op zoals hij bijna dagelijks deed, zo rond 09:30 uur. “Ton: zelfs vluchten kan straks niet meer, want we worden belazerd en uitgekleed waar we bijstaan.” Pim  Fortuyn moet intens tevreden zijn geweest dat hij jaren daarvoor al gefusilleerd was door Volkert van der Graaf (GL en PvdD, mogelijk ook ‘Paars’) en de ellende niet meer aan hoefde te zien.

Het oordeel over Mark Rutte als premier van ons land laat zich het beste beantwoorden met een simpele taxatie: ‘staan we er sinds 2010 beter voor of misschien ook niet?’ Die vraag werd maandag j.l. in de Kamer beantwoord met een eigenlijk verbijsterende motie van BBB en SP:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een miljoen mensen in armoede dreigt te belanden als de regering geen aanvullende maatregelen treft;

van mening dat dit onacceptabel is en koste wat het kost voorkomen moet worden;

verzoekt de regering te voorkomen dat armoede toeneemt in Nederland door de val van het kabinet Rutte IV,

en gaat over tot de orde van de dag.

Marijnissen
Van der Plas

Er zijn inmiddels dus acuut aanvullende maatregelen nodig om te voorkomen dat de burgers in dit land naar de ratsmodee gaan. Dat is de opbrengst van 13 jaar Rutte. Dat is hoe dan ook vrij mager te noemen.

Respect

Natuurlijk is niet alles verkeerd geweest onder de kabinetten Rutte. Het is duidelijk dat hij een prominente rol heeft gespeeld in de Nederlandse politiek, wat men daar inhoudelijk ook van vindt. In het versplinterde politieke landschap is het altijd een buitengewoon moeilijke kwestie geweest om een politieke samenstelling te vinden voor het landsbestuur.

Rutte slaagde er desondanks jarenlang in om met de meest exotische combinaties te regeren en oorspronkelijke tegenstanders te laten samenwerken. Voor Rutte zijn de partijpolitieke uitgangspunten altijd ondergeschikt geweest aan datgene wat hijzelf als het Nederlandse belang definieerde, waarbij de Nederlandse natie in de eerste plaats een regering moest hebben.

Dat is precies het punt waar de meningen over Rutte verdeeld raken. Het ogenschijnlijk zonder maatschappelijk-politieke visie aangaan (“voor visie moet je naar de oogarts”) van coalities kan volgens velen nooit tot optimale behartiging van de nationale belangen leiden. Bovendien was Rutte niet zozeer de VVD-premier, maar meer de premier van ‘maar zien hoe we gunstig wegkomen‘.

Rutte werd nooit gestoord door geluid uit de samenleving, maar beschouwde het onthouden van zijn ambt aan anderen als de belangrijkste voorwaarde voor het voortbestaan van Nederland. Als geen ander ook, wist Rutte dat verkiezingen slechts voor de bühne zijn en dat coalities veelal voor de verkiezingsdatum kunnen zijn beklonken. Het lijkt erop dat de resultaten van 13 jaar Rutte die critici gelijk geven. Dat neemt allemaal niet weg dat Rutte in beweging kwam toen anderen nadrukkelijk bleven zitten.

Valse linkse meute

Naast de woorden van respect voor de vertrekkende premier, leverden de linkse partijen vooral kritiek op het feit dat de val van het kabinet veroorzaakt werd door onenigheid over het migratiebeleid, i.c. het beperken van de gezinshereniging. Daarbij werd vooral geschermd met ‘de kinderen uit oorlogsgebieden’ die het letterlijke kind van de rekening zouden zijn.

Het was een valse voorstelling van zaken, want toen BVNL (Groep Van Haga) eerder een motie indiende over uit huis geplaatste ‘toeslagenkinderen’ met de opdracht hen z.s.m. terug te brengen bij hun ouders, werd de motie verworpen door de nu fulminerende fracties; alleen PVV, FvD, BBB en BVNL stemden destijds voor. Kennelijk hebben de linkse partijen veel meer op met kinderen en ouders die hier niet wonen, dan met de ouders en kinderen die wel in ons land wonen.

Hoe verder

Er komen hoe dan ook nieuwe verkiezingen. Veel zal afhangen van de partijen die nu samen ‘het rechtse blok’ worden genoemd. Deze partijen hebben de afgelopen jaren, in hun drang om mee te kunnen doe aan het financieel lucratieve politieke circus, elkaar voortdurend vliegen lopen afvangen en elkaar het leven zo zuur mogelijk gemaakt. Toch zullen zij straks in staat zijn om de vaststaande winnaar van de verkiezingen (BBB) voldoende politiek volume te geven voor een grondige hervorming van onze maatschappij en herstel van de democratie.

Er moet kortom, een grondige samenwerking komen van partijen die met ruim gevoel voor sociale verhoudingen nadruk gaan leggen op de individuele verantwoordelijkheid van elke burger. Maatschappelijke WEF-vooruitzichten zoals ‘u zult niets bezitten maar gelukkig zijn’ zijn scenario’s die in een vrije en democratische wereld niet thuishoren en vormen de opmaat naar onversneden fascisme. De burgers zijn er niet voor de overheid en onze grondwet is niet een instrument om de overheid tegen de burgers te beschermen.

Het is namelijk precies andersom.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *