• za. jul 27th, 2024

Sophie in ’t Veld (D66) betaald NUL inkomstenbelasting

Sophie in ’t Veld

Sophie in ’t Veld – Onlangs raakten politici Dion Graus (PVV) en Theo Hiddema (FVD) in opspraak over hun omgang met parlementaire onkostenvergoedingen. Met de Europese verkiezingen op komst zijn er nu ook vragen over de ‘dagvergoedingen’ die D66-lijsttrekker Sophie in ’t Veld kreeg. In dit geval voor niet gemaakte hotelovernachtingen in haar woonplaats Brussel. Het gaat mogelijk om vele honderdduizenden euro’s. Ton F. van Dijk deed onderzoek en ontdekte óók dat de politica van D66 als enige in haar fractie geen inkomstenbelasting betaalt in Nederland.

Europees lijsttrekker Sophie in ’t Veld (D66) heeft in 2018 een onkostenvergoeding van 27.840 euro ontvangen voor onder meer hotelkosten in Brussel. Het gaat om een vergoeding, die volgens het Europees Parlement specifiek wordt verstrekt voor kosten van verblijf in Brussel tijdens vergaderingen.

In ’t Veld is al vanaf 2005 permanent woonachtig in de Belgische hoofdstad. Als gevolg daarvan hoeft zij in beginsel geen hoge verblijfskosten te maken in haar eigen woonplaats. Waarom kreeg zij dan toch een vergoeding?

Net als alle andere leden van het Europees Parlement krijgt D66-lijsttrekker Sophie in ’t Veld een netto onkostenvergoeding van 320 euro per officiële werkdag in Brussel of Straatsburg, de twee belangrijke Europese vergaderlocaties.

Het Europees Parlement zegt over de onkostenvergoeding: “Het Parlement keert voor verblijf en daarmee samenhangende kosten een forfaitaire vergoeding uit van 320 EUR voor iedere dag waarop de leden voor officiële werkzaamheden in Brussel of Straatsburg aanwezig zijn, op voorwaarde dat zij een register tekenen dat hun aanwezigheid bevestigt.”

En belangrijk: “De vergoeding is bedoeld voor hotelkosten, maaltijden en overige kosten,” aldus het parlement op de eigen website.

Sophie in ’t Veld ontvangt de vergoeding van 320 euro dus alleen als zij aanwezig is bij vergaderingen in bijvoorbeeld Brussel. De vergoeding is in dat geval onder meer bedoeld voor kostbare hotelovernachtingen. Een hotel in de Belgische hoofdstad kost al snel 300 euro per nacht of meer.

Volgens opgaaf van het Europees Parlement heeft Sophie in ’t Veld zich bij ruim 98 procent van alle stemmingen in het parlement geregistreerd. Zij zegt daarover in schriftelijk antwoord op vragen van HP/De Tijd: “Ten aanzien van het aantal vergaderdagen dat u hebt voorgerekend: 2018 toont bij mij 134 dagen, waarvan 47 in Straatsburg.”

Dit betekent dat de D66-politica in 2018 maar liefst 87 keer als ‘aanwezig’ geregistreerd stond bij een vergadering in Brussel. In totaal gaat het alleen vorig jaar al om 27.840 euro aan ontvangen vergoedingen voor kosten van verblijf in haar eigen woonplaats, zonder dat daar dus substantiële hotelkosten tegenover staan.

Ter vergelijking: collega’s van In ’t Veld, zoals de drie andere D66-Europarlementariërs Marietje Schaake, Gerben-Jan Gerbrandy en Matthijs van Miltenburg gebruiken de vergoeding wél waar deze voor bedoeld is, omdat zij in Nederland wonen en dus veelvuldig in de Belgische hoofdstad moeten overnachten na de vele vergaderdagen.

In totaal heeft In ’t Veld gedurende haar 15 jarig lidmaatschap van het Europees parlement een bedrag voor verblijfskosten in Brussel ontvangen, dat mogelijk is opgelopen tot ruim vierhonderdduizend euro netto, immers 15 keer 27.840 euro is 417.600 euro. (NB: dit is dus een schatting op basis van de door de D66-lijsttrekker zélf verstrekte gegevens over 2018.)

In totaal heeft In ‘t Veld op deze wijze gedurende haar 15 jarig lidmaatschap van het Europees parlement een bedrag ontvangen, dat mogelijk is opgelopen tot ruim vierhonderdduizend euro netto.

In ’t Veld is het niet eens met de conclusie, dat zij ‘tonnen heeft opgestreken’ als gevolg van de riante onkostenvergoeding voor niet gemaakte hotelovernachtingen in haar eigen woonplaats.

De lijsttrekker van D66 schrijft dat zij wel degelijk verblijfskosten heeft in Brussel: “Zoals ik aangaf ben ik sinds 1994 woonachtig in België. De dagvergoeding is flat rate, en er is geen verantwoording nodig (…) Ik heb uiteraard gewoon verblijfskosten in Brussel. De kosten hangen niet af van wat mijn formele postcode is (…) Dus uw conclusie dat ik ‘tonnen’ heb opgestreken waar geen kosten tegenover staan, is onjuist.”

Van welke specifieke verblijfskosten in Brussel dan sprake is en om welk bedrag dit gaat, wordt uit het antwoord van de D66-lijsttrekker niet duidelijk.

Wel zegt In ’t Veld dat zij de dagvergoeding voor verblijfskosten tijdens vergaderingen in Brussel tevens heeft gebruikt voor ‘extra’ kosten van ‘leven en werken’ die zij maakte in Nederland.

Zij verklaart: “Ik heb er voor gekozen om de extra kosten in Nederland te dekken uit het totaalbedrag. Onder de streep is mijn situatie dus niet anders dan die van collega’s. De kostenvergoeding wordt dus besteed aan de kosten van leven en werken op meerdere locaties.”

Maar is dit wel zo? Voor algemene onkosten die ‘voortvloeien uit haar parlementaire werkzaamheden’ ontvangt Sophie in ’t Veld volgens het Europees Parlement immers naast de dagvergoeding van 320 euro een vaste onkostenvergoeding van 4513 euro per maand. Bovendien krijgt zij daar bovenop nog een separate reiskostenvergoeding voor werkbezoeken aan ons land.

Uit de onderliggende administratie waar HP/De Tijd over beschikt, blijkt dan ook dat Sophie in ’t Veld hotelovernachtingen in Nederland ‘gewoon’ betaalt uit de vaste onkostenvergoeding van 4513 euro per maand. Een paar voorbeelden uit 2018:

Hotelovernachting in NH Hotel Amsterdam (29 juli), 337,06 euro, Mercure Hotel Groningen (14 augustus), 95,65 euro en Holiday Inn Hotel Den Haag (27 september), 150,55 euro. Met daarbij de omschrijving: ‘Overschrijving naar Sophie in ’t Veld’.

Conclusie: D66 lijsttrekker in ’t Veld declareert ‘de kosten van leven en werken op meerdere locaties’ (zoals zij dat zelf noemt) in Nederland wel degelijk uit het algemeen vaste onkostenbudget van het Europees Parlement.

En dat is anders dan zij zelf suggereert in haar schriftelijke beantwoording van vragen: “Eventueel verblijf in een hotel dek ik uit de verblijfskostenvergoeding.”

De kwestie is een doorn in het oog van andere betrokkenen bij de D66-fractie in Europa. Dit omdat In ’t Veld naast de riante vergoeding voor niet gemaakte ‘Brusselse hotelkosten’, tevens geen inkomstenbelasting betaalt in Nederland. De D66-volksvertegenwoordiger heeft slechts te maken met de beperkte fiscale inhouding die het Europees Parlement doet. En ook dit keer is de enige reden daarvoor dat zij woonachtig is in Brussel.

De kwestie is een doorn in het oog van andere leden van de D66-fractie in Europa. Dit omdat In ’t Veld naast de riante vergoeding voor ‘niet gemaakte Brusselse hotelkosten’, tevens geen inkomstenbelasting betaalt in Nederland.

In ’t Veld erkent in een reactie de gang van zaken: “Sinds 2005 heb ik een woning in Brussel. Ik val daarmee onder de Belgische belastingdienst,” aldus de politica van D66.  Gevolg is dat zij ongeveer 25 procent inkomstenbelasting betaalt. De D66-lijsttrekker zegt daarover: “De Belgische fiscus kan daar nog een extra heffing aan toevoegen, maar doet dat tot nu toe niet.”

Dit terwijl de in ons land woonachtige D66-europarlementariërs Marietje Schaake (Amsterdam), Gerben-Jan Gerbrandy (Den Haag) en Matthijs van Miltenburg (Den Bosch) door de Nederlandse fiscus worden aangeslagen voor de volle 52 procent.

“Als ik alles onder elkaar zet, dan bedroeg mijn netto-inkomen in het afgelopen jaar 81.213 euro,” aldus Sophie in ’t Veld in haar schriftelijke reactie. Dat is dus zonder de genoemde onkostenvergoedingen en aanzienlijk méér dan de meeste andere Nederlandse volksvertegenwoordigers in Europa – ook van D66 – die het netto met ongeveer 55.000 euro moeten stellen.

Volgens bronnen rond de Europese D66-fractie ligt het voor de hand om het fiscale voordeel van ruim 25.000 euro netto dat D66-lijsttrekker In ’t Veld zo heeft ten opzichte van haar in Nederland wonende collega’s te gebruiken voor de ‘extra kosten’ die zij naar eigen zeggen heeft in Nederland, en niet de dagvergoeding voor verblijfskosten in Brussel daarvoor aan te wenden.

Bovendien zo klinkt het: de prominente D66-politica levert, als gevolg van het feit dat zij permanent in ‘belastingparadijs’ Brussel woont, al (bijna) 15 jaar geen enkele bijdrage aan de collectieve voorzieningen in Nederland via de inkomstenbelasting. De vraag is dan ook in hoeverre zij als volksvertegenwoordiger nog binding heeft met haar kiezers die wél in Nederland wonen en belasting betalen.

 De prominente Nederlandse D66-politica levert als gevolg van het feit dat zij permanent in ‘belastingparadijs’ Brussel woont al (bijna) 15 jaar geen enkele bijdrage aan de collectieve voorzieningen in Nederland.

Zelf zegt Sophie in ’t Veld daar het volgende over: “Ik ben elke week in Nederland te vinden, voor werkbezoeken, conferenties, politiek cafés, debatten, interviews, afspraken met deskundigen, ondernemingen of maatschappelijk middenveld, partijoverleg en campagne-activiteiten (…) Die bezoeken zijn een van de belangrijkste manieren waarop ik voeling houd met wat er leeft.”

De in Brussel woonachtige D66-politica houdt dus naar eigen zeggen vooral ‘voeling’ met Nederlandse kiezers door het afleggen van ‘werkbezoeken, afspraken met deskundigen en partijoverleg’.

Bronnen binnen D66 bevestigen dat de wijze waarop In ’t Veld gebruik maakt van de Europese regelingen en haar structureel gebrek aan natuurlijke binding met ons land in het verleden is aangekaart bij toenmalig partijleider Alexander Pechtold.

Wat D66 deze met de informatie heeft gedaan is niet bekend. Het heeft er in ieder geval niet toe geleid dat In ’t Veld door haar partij van de lijst is gehaald; zij is als lijsttrekker immers hét gezicht van D66 bij de komende Europese verkiezingen.

De reactie van Sophie in ’t Veld

1. Algemene reactie van Sophie in ’t Veld op vragen van de media:

Dank voor de vragen uit uw e-mail. Ik juich iedere aandacht voor Europese politiek toe en daartoe behoort zeker het informeren van de kiezer over de instelling waar ik toe behoor, het Europees Parlement. Transparantie over ons werk en wat daar tegenover staat is cruciaal. Graag geef ik daar inzicht in.

Ik woon en werk sinds 1994 in Brussel. Voorafgaand aan mijn verkiezing in het Europees Parlement in 2004 werkte ik acht jaar bij het Comité van de (Europese) Regio’s. Van 2001 tot 2013 was ik getrouwd en daarmee (onder Belgisch familierecht) wettelijk verplicht in Brussel samen te wonen met mijn echtgenoot (die ook in Brussel werkt). Brussel stond dan ook steeds als mijn woonplaats op het stemformulier, net als dit jaar weer het geval is. Sinds 2005 heb ik ook een woning in Brussel.

Ik val daarmee onder de Belgische belastingdienst. Deze woonplaats kent verschillende effecten. Tussen 2004 en 2009 gold dat de Belgische fiscus mijn salaris als Europarlementariër belastte. In 2009 is het systeem gewijzigd en geldt een Europese belasting over dat salaris. De Belgische fiscus kan daar nog een extra heffing aan toevoegen, maar doet dat tot nu toe niet. Verder betekent verblijf in België natuurlijk dat ik geen sociale rechten, zoals AOW, in Nederland opbouw. De maandelijkse vergoeding voor ‘vaste onbelaste kosten’ die u aanhaalt maakt geen deel uit van het salaris, en wordt uitsluitend gebruikt voor werkgerelateerde kosten van mijn kantoor en de medewerkers. Volgens de D66-gedragscode, aanvullend aan de EP-regels, wordt de vergoeding op een aparte rekening gestort en wordt van alle uitgaven een boekhouding bijgehouden.

Die boekhouding laten we jaarlijks controleren door een accountant. Aan het einde van het mandaat wordt het resterende bedrag teruggestort naar het Parlement. D66 zet zich al jaren in, ook vaak samen met collega’s van andere partijen zoals de SP, om ervoor te zorgen dat de regels die we zelf hanteren voor het hele Europese Parlement gelden. Voorts hebben we getracht die vergoeding omlaag te brengen en vooral transparant en inzichtelijk te maken. Ook hebben wij altijd alle voorstellen gesteund voor het soberder en transparanter maken van o.a. reiskostenvergoeding en pensioenregeling.

Verder heeft D66 zich in de Tweede Kamer uitgesproken om de arbeidsvoorwaarden van Europese ambtenaren en politici te versoberen. Als ik alles onder elkaar zet, dan bedroeg mijn netto-inkomen in het afgelopen jaar 81.213 euro, en niet 187.000, zoals u schrijft. Ten aanzien van de verblijfskostenvergoeding geldt het volgende: Alle parlementariërs ontvangen dezelfde verblijfskostenvergoeding voor hun werk. Voor sommigen betekent dat verblijf in een hotel bij vergaderingen in Brussel. Anderen hebben een appartement in Brussel, of reizen regelmatig terug naar Nederland. Ikzelf heb een aantal jaren woonruimte in Nederland gehad, maar ik huur dat nu niet meer. Ik reis vrijwel iedere week naar en door Nederland. Dit doe ik voor uiteenlopende doeleinden.

Denk aan bijvoorbeeld werkbezoeken, conferenties en evenementen die worden georganiseerd door partij of maatschappelijke organisaties. Eventueel verblijf in een hotel dek ik uit de verblijfskostenvergoeding. Daarnaast is deze vergoeding bijvoorbeeld voor de vergaderweken in Straatsburg (12 weken) en dienstreizen (het afgelopen jaar ruim 4 werkweken). Het verschil zit hier dus in de postcode, maar niet in de kosten. Ten aanzien van het aantal vergaderdagen dat u hebt voorgerekend: 2018 toont bij mij 134 dagen, waarvan 47 in Straatsburg. Op één dag was ik ziek (in een Straatsburgweek, een aantal andere dagen was ik niet in het parlement wegens activiteiten in Nederland). Vandaar dat ik 2% van de stemmingen heb gemist. De andere 98% was ik volledig aanwezig bij de stemmingen.

Ten aanzien van uw slotvragen: De agenda van een reguliere parlementaire week is ooit zo bedacht, dat vergadervrije dagen en weken bedoeld zijn voor werkbezoeken in het thuisland. Net zoals de vergaderweken van de Tweede Kamer te herleiden zijn naar een dergelijk principe uit een tijd dat reistijden binnen Nederland nog in dagen geteld werden. Ik benut vergadervrije dagen en weken ten volle. Soms voor internationale missies, zoals het onderzoek naar de vermoorde journalisten Jan Kuciak en Daphne Caruana Galizia, maar doorgaans voor werkzaamheden in Nederland. Net als het gros van de Europarlementariërs ben ik van maandag t/m donderdag in Brussel (of Straatsburg) en de overige dagen breng ik voor een groot deel in Nederland door. Ik neem dat serieus, omdat mijn kiezers daar zitten.

Ik ben elke week in Nederland te vinden, voor werkbezoeken, conferenties, politiek cafés, debatten, interviews, afspraken met deskundigen, ondernemingen of maatschappelijk middenveld, partijoverleg en campagne-activiteiten. Ik heb voor het afgelopen jaar (sinds 1 januari 2018) even mijn agenda doorgespit en ik ben op 96 dagen in Nederland geweest voor werk (buiten reces en privébezoeken aan mijn familie en vrienden).

Die bezoeken zijn een van de belangrijkste manieren waarop ik voeling houd met wat er leeft. Een andere bron is het collectief van familiebanden, vrienden en een groot netwerk van mensen die ik in mijn professionele leven ben tegengekomen, waarop ik kan leunen voor raad. Uiteraard volg ik het Nederlandse nieuws ook op de voet via de geschreven pers, radio, tv, social media en het internet. Verder werk ik ook zelf, als de agenda het toelaat, met grote regelmaat mee aan Nederlandse radio- en TV-programma’s wanneer daar Europese onderwerpen besproken worden. Tot slot heeft D66 in deze termijn tot nu toe 12.750 mensen uit Nederland mogen ontvangen in het Europees Parlement, omdat ik het belangrijk vind om meer Nederlanders vertrouwd te maken het werk van het Europees Parlement.

Parlementair werk is voornamelijk wetgeving, maar ik vind het ook belangrijk om een zichtbare volksvertegenwoordiger zijn. Ik werk daar hard aan en wanneer ik daar waardering voor krijg, dan vervult dat mij met trots en motivatie. Ik ben een van de bekendste Europese lijsttrekkers in Nederland en daar ben ik trots op. Inzicht in de regels omtrent wachtgeld heb ik op dit moment niet. Met wachtgeld heb ik nog nooit te maken gehad en ik voer campagne om herkozen te worden, dus wachtgeld is geen prioriteit voor mij. 2. Reactie naar aanleiding van aanvullende vragen over de dagvergoeding voor ‘hotelkosten’:

De vergoeding wordt automatisch aan alle Europarlementariërs uitgekeerd, los van hun woonplaats en afstand tot de vergaderlocatie. Alle Europarlementariërs krijgen dus precies hetzelfde bedrag (mits ze natuurlijk aanwezig zijn). Mijn situatie in Brussel als vergaderlocatie, verschilt niet van de andere parlementariërs die een woning in Brussel huren of kopen. Velen van hen delen hun dagelijks leven in verspreid over diverse locaties, waarbij het onderscheid tussen het formele hoofdverblijf en de vergaderlocatie niet zo strict is. Ik heb er voor gekozen om de extra kosten in Nederland te dekken uit het totaalbedrag.

Onder de streep is mijn situatie dus niet anders dan die van collega’s. De kostenvergoeding wordt dus besteed aan de kosten van leven en werken op meerdere locaties. 3. Reactie naar aanleiding van conclusie dat het gaat om bedrag van enkele tonnen dat Sophie in ‘t Veld heeft ontvangen voor hotelovernachtingen in Brussel waar geen kosten tegenover staan: Ik deel niet uw conclusie. Zoals ik aangaf in mijn mail, ben ik sinds 1994 woonachtig in België.

De dagvergoeding is flat rate, en er is geen verantwoording nodig. Europarlementariërs leiden een soort nomadenbestaan, en hebben zeer verschillende arrangementen voor hun verblijf in Brussel en het land van oorsprong, en hun kosten lopen zeer sterk uiteen. Ik heb uiteraard gewoon verblijfskosten in Brussel. De kosten hangen niet af van wat mijn formele postcode is. Andersom zijn er Parlementariërs die tegen geen of lage kosten in Brussel kunnen verblijven, of die juist in het land van oorsprong weer geen of nauwelijks kosten hebben.

Desalniettemin was ik van oordeel dat ik met die vergoeding moreel verplicht ben om er de kosten in zowel Brussel als Nederland mee te dekken. Zoals gezegd heb ik ook jaren woonruimte gehad in Nederland. Dus uw conclusie dat ik “tonnen” heb opgestreken waar geen kosten tegenover staan, is onjuist.

Met vriendelijke groet,

Sophie in ‘t Veld

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *