Pfizer – De lijst met juridische geschillen rond de aankopen van COVID-19-vaccins door de EU groeit.
Uit een gerechtelijk document verkregen door POLITICO blijkt dat Pfizer, samen met zijn partner BioNTech, in januari van dit jaar een gerechtelijke procedure is gestart tegen de Hongaarse regering vanwege de levering van COVID-19-vaccins.
Een woordvoerder van Pfizer bevestigde de zaak, die zich voor een Belgische rechtbank afspeelt. “De gesprekken met de regering in Boedapest gaan door”, voegde ze eraan toe.
Uit het document blijkt dat de zaak betrekking heeft op de betaling van 3 miljoen BioNTech/Pfizer-vaccindoses, ter waarde van ongeveer € 60 miljoen. Het geschil begon toen Hongarije Pfizer in november 2022 meedeelde dat het niet van plan was het farmaceutische bedrijf te betalen, daarbij verwijzend naar het conflict in Oekraïne.
Een rechter hield in maart een eerste hoorzitting over de zaak en wees het verzoek van Pfizer om een versneld vonnis af. Sindsdien is de zaak niet verder gevorderd.
De rechtszaak van Pfizer tegen Hongarije loopt parallel met de rechtszaak die het farmaceutische bedrijf tegen Polen heeft aangespannen . In beide gevallen worden de landen voor de burgerlijke rechter gedaagd wegens hun weigering om de leveringen van de COVID-19-prikken waarvoor ze zich hadden aangemeld, in ontvangst te nemen en te betalen.
Dinsdag hield de Franstalige Rechtbank van Eerste Aanleg van Brussel een korte eerste hoorzitting met betrekking tot de zaak van Pfizer tegen Polen. Beide partijen kwamen overeen de hoorzitting uit te stellen tot 30 januari.
Het geschil in Polen gaat over de levering van 60 miljoen doses die het land in april 2022 weigerde te accepteren. Destijds beriep Warschau zich op overmacht – daarbij verwijzend naar de druk op zijn financiën na een toestroom van vluchtelingen in de nasleep van de Russische invasie van Oekraïne.
Vorige maand, kort na de verkiezingen in Polen, zei Pfizer dat het Warschau voor de rechter had gedaagd vanwege de gemiste betaling, die POLITICO op basis van gerapporteerde vaccinprijzen op ongeveer 1,2 miljard euro heeft geschat. De medeontwikkelaar van het vaccin, het Duitse BioNTech, sloot zich ook aan bij deze procedure.
Juridische uitdagingen nemen toe
De twee zaken dragen bij aan een groeiend aantal juridische procedures in verband met de EU-inspanningen voor de aanschaf van vaccins in het pandemische tijdperk.
In Roemenië willen aanklagers de immuniteit opheffen van voormalig premier Florin Cîțu en twee voormalige ministers van Volksgezondheid, omdat ze beweren dat ze te veel COVID-19-vaccins hebben gekocht en daardoor de staat een schade van meer dan € 1 miljard hebben toegebracht.
De Belgische lobbyist Frédéric Baldan heeft een strafzaak aangespannen tegen Commissievoorzitter Ursula von der Leyen vanwege haar vermeende rol bij het helpen bemiddelen in het grootste vaccincontract van de EU, voor 1,1 miljard doses. De kleine Belgische politieke partij Vivant en drie van haar lokale wetgevers hebben zich ook bij deze procedure aangesloten, vertelde een van de wetgevers, Alain Mertes, aan POLITICO.
Ondertussen klaagt de New York Times de Commissie aan wegens weigering om sms-berichten openbaar te maken die worden genoemd in een NYT-interview van april 2021 met von der Leyen. In het artikel sprak de voorzitter van de Commissie over haar inspanningen om vaccins te kopen en over teksten die zij uitwisselde met Albert Bourla, CEO van Pfizer.
Ten slotte kondigde de EU-waakhond voor financiële criminaliteit, het Europees Openbaar Ministerie, afgelopen oktober in een beknopt persbericht aan dat het een onderzoek was geopend naar de aanschaf van vaccins. Er werd niet gespecificeerd wie het onderzocht.