Het Openbaar Ministerie heeft vandaag een werkstraf van 200 uur geëist tegen FVD-Kamerlid Gideon van Meijeren voor opruiing. De politicus stond terecht voor twee gevallen van opruiing, waarbij hij suggereerde dat geweld tegen de overheid ‘geoorloofd en misschien zelfs noodzakelijk is’.
Volgens de officier van justitie is hiermee ‘een strafrechtelijke grens overschreden’.
Het eerste moment was in juli, tijdens een boerenmanifestatie in het Gelderse Tuil, waarbij de politicus in een toespraak naar voren bracht ‘dat het toelaatbaar is zich gewelddadig te verzetten tegen de overheid, mocht die overgaan tot onteigening van boeren.’ Direct na de speech wist Van Meijeren dat een deel van het publiek zijn uitlatingen zou opvatten als een oproep tot geweld, zei de aanklager.
Het tweede geval betreft uitspraken in een interview dat in november 2022 online gepubliceerd werd. In dat gesprek spoorde hij volgens het OM aan om op te trekken naar het parlement, dat zolang moet duren tot de regering weg is. Hij zei wel te hopen dat deze revolutie vreedzaam zou verlopen.
‘Hij stookt en port’
De politicus zei in de rechtszaal dat hij niet tot geweld heeft opgeroepen, maar dat zijn uitspraken in essentie oproepen waren tot geweldloos verzet.
Het OM is het daar niet mee eens en stelt dat Van Meijeren zich ervan bewust was dat het anti-overheidssentiment broeide toen hij zijn uitlatingen deed. “Hij stookt en port”, zei de officier. Volgens hem krijgt een politicus ‘ruim baan’ om zijn mening te uiten, maar moet dat wel gebeuren binnen de regels van de rechtsstaat. “Vastgesteld moet worden dat verdachte deze verantwoordelijkheid naast zich neer heeft gelegd en dat ook blijft doen.”
Inspelen op wantrouwen
Volgens de aanklager speelde Van Meijeren in op gevoelens van wantrouwen tegen de overheid door coronamaatregelen en de stikstofproblematiek. De uitlatingen van Van Meijeren moeten volgens het OM in deze context van verhitte gemoederen worden beoordeeld. “Delen van zijn publiek vatten zijn woorden op als oproep tot geweld.”
Het FVD-Kamerlid verzocht de rechtbank in Den Haag eerder vandaag om het proces over opruiing tegen hem te stoppen. Volgens Van Meijeren is sprake van een politiek proces en verloopt de zaak tegen hem niet eerlijk. Maar de rechtbank vond dat het proces gewoon door kon gaan.
Ruim baan
Het OM zegt dat Van Meijeren zich ervan bewust was dat het anti-overheidssentiment broeide toen hij zijn uitlatingen deed. ,,Hij stookt en port”, zei de officier. Volgens hem krijgt een politicus ‘ruim baan’ om zijn mening te uiten, maar moet dat wel gebeuren binnen de regels van de rechtsstaat. ,,Vastgesteld moet worden dat verdachte deze verantwoordelijkheid naast zich neer heeft gelegd en dat ook blijft doen.”
Volgens de aanklager speelde Van Meijeren in op gevoelens van wantrouwen tegen de overheid door coronamaatregelen en de stikstofproblematiek. De uitlatingen van Van Meijeren moeten volgens het OM in deze context van verhitte gemoederen worden beoordeeld. ,,Delen van zijn publiek vatten zijn woorden op als oproep tot geweld.”