• za. jul 27th, 2024

De EU wil meer geld, maar gooit wat ze heeft het raam uit

eu Europa Duitsland

EU-Commissievoorzitter Ursula von der Leyen eist meer geld voor de EU-begroting van de lidstaten. Maar de meest recente speciale rapporten van de Europese Rekenkamer laten zien: van Europese batterijproductie tot een gemeenschappelijk defensiebeleid – overal lopen projecten die geld verspillen.

De EU heeft geen geld meer. Zo heeft Commissievoorzitter Ursula von der Leyen het nu althans gepresenteerd. Het heeft daarom een ​​Europees “soevereiniteitsfonds” afgewezen, dat een paar maanden geleden werd gelanceerd als reactie op het massale groene subsidieprogramma in de VS. In plaats daarvan zouden de lidstaten tien miljard euro extra ter beschikking moeten stellen om bestaande EU-programma’s aan te vullen.

In totaal heeft de Commissie de komende vier jaar 65,8 miljard euro extra nodig, zei Von der Leyen. Dat was een “absolute must”, voegde ze eraan toe, terwijl ze de krappe financiële situatie uitlegde met uitgaven die naar Oekraïne gingen maar niet waren gepland. Sindsdien zijn de landelijke politici te horen kreunen. De Duitse minister van Financiën Christian Linder (FDP) heeft zich al defensief opgesteld.

Het loont dus de moeite om eens kritisch naar de EU-uitgaven te kijken om te zien of het royaal verdeelde geld ook echt goed geïnvesteerd wordt. De Europese Rekenkamer is verantwoordelijk voor deze controle. En wat hij de afgelopen weken alleen al in verschillende speciale rapporten aan het licht heeft gebracht, spreekt niet voor een effectieve verdeling van de miljarden uit Brussel.

De doelstellingen waren ambitieus toen de EU in 2018 haar batterijstrategie aankondigde. De Europese auto-industrie zou in de toekomst de centrale componenten van haar elektrische voertuigen zelf moeten produceren, had Von der Leyens voorganger Jean-Claude Juncker geëist.

Von der Leyen wef

Er worden nu inderdaad enkele batterijfabrieken in Europa gebrouwen, maar uit een onlangs gepubliceerd rapport van de Rekenkamer blijkt dat het doel om een ​​aanzienlijke productie in de EU op te zetten niet wordt gehaald: de productie in Europa is nog steeds duurder dan in andere regio’s waar de aanvoer van kritieke grondstoffen niet is gegarandeerd en de Amerikaanse Inflation Reduction Act waarschijnlijk investeerders naar de VS trekt.

Het resultaat is duister in het licht van het feit dat de EU alleen al in 2020 ongeveer 1, heeft 7 miljard euro uitgegeven aan onderzoeks- en demonstratieprojecten in de batterijsector. De lidstaten subsidieerden vervolgens de bouw van nieuwe fabrieken met zo’n zes miljard euro, verder vloeide er geld uit het Europees wederopbouwfonds.

De batterijproductie in Europa zal toenemen van 44 gigawattuur in 2020 tot ongeveer 1200 gigawattuur in 2030 later. Volgens de analyse van de controleurs is dit echter hooguit voldoende om de extra Europese vraag naar elektrische voertuigen te dekken. Aan de omstandigheden op de wereldmarkt zou nauwelijks iets veranderen. In 2021 had Europa niet meer dan zeven procent van de wereldwijde batterijproductiecapaciteit.

China daarentegen heeft een aandeel van ruim 75 procent. De grootste hindernis voor de Europeanen is het gebrek aan grondstoffen. lithium, kobalt, mangaan. Meer dan 80 procent van de belangrijkste materialen voor de productie van batterijen komt uit het buitenland. Er zijn geen vrijhandelsovereenkomsten met leverancierslanden die de bevoorrading veiligstellen.

Terwijl de EU voornamelijk de kosten van ontwikkeling en investeringen subsidieert, de VS promoten ook de productie van batterijen met belastingvoordelen ter waarde van miljarden. Dit creëert “een aantal prikkels om batterijfabrieken naar de Verenigde Staten te verhuizen”, schrijven de controleurs.

Een ander voorbeeld dat door de Rekenkamer aan het licht is gekomen, is rechtstreeks van invloed op het financiële gedrag binnen de Unie: in juni 2021 lanceerde de Commissie het grootste obligatieprogramma in haar geschiedenis. Als onderdeel van het NextGenerationEU-programma, dat volledig met schulden wordt gefinancierd, moet tegen 2026 ongeveer 800 miljard euro worden gemobiliseerd door de uitgifte van EU-obligaties.

De Rekenkamer ging na of de Commissie doeltreffende systemen voor schuldbeheer had ontwikkeld. Bevindingen: “Beperkte meting en rapportage van prestaties op het gebied van schuldbeheer”. Bovendien leunt de Commissie voor haar schuldenbeheer sterk op tijdelijk personeel. Straks zijn ze weer weg.

De Rekenkamer heeft ook de inspanningen van de Commissie onder voorzitter Ursula von der Leyen op het gebied van een gemeenschappelijk defensiebeleid onder de loep genomen. De oorlog in Oekraïne heeft het onderwerp helemaal bovenaan de agenda gezet, maar ook hier is er een probleem. We onderzochten of de EU voldoende in staat was om haar defensie-uitgaven aanzienlijk te verhogen via het geplande Europees Defensiefonds.

Resultaat: Een strategie voor een gemeenschappelijke verdediging ontbreekt. En: waar geen strategie is, zijn de middelen schaars. In detail zeggen de controleurs: “Het EU-optreden op het gebied van defensie is beperkt tot het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, dat een instrument is van externe crisisbeheersing en niet bedoeld is als een collectief Europees defensiebeleid, bijvoorbeeld met een gemeenschappelijke definitie van dreigingen.

Deze beperking maakt langetermijnplanning van EU-defensie-uitgaven moeilijker.” De Commissie heeft strategische kwesties nog niet voldoende gedetailleerd behandeld om projecten die worden gefinancierd door een Europees Defensiefonds “het beoogde effect te laten hebben”.

Het komt erop neer dat de Commissie haar huiswerk slechts ten dele heeft gedaan op belangrijke gebieden zoals financiering, defensie en toekomstige technologieën. Tegen deze achtergrond zou het voor Von der Leyen moeilijk moeten zijn om meer geld op te halen bij de lidstaten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *